Manchester United wist in een zenuwslopende wedstrijd tegen FC Porto net op tijd een ramp te voorkomen. De ploeg van
Erik ten Hag gaf een comfortabele 2-0 voorsprong weg, maar dankzij een doelpunt van invaller Harry Maguire in de blessuretijd werd een pijnlijke nederlaag afgewend. Het werd uiteindelijk 3-3, maar de kritiek op de defensieve fouten en het optreden van Ten Hag groeit.
Sterke start voor United, snelle voorsprong in Porto
Manchester United begon voortvarend aan de wedstrijd in Estádio do Dragão. In de eerste twintig minuten sloegen Marcus Rashford en Rasmus Højlund snel toe. Rashford opende de score met een fraai schot, waarbij FC Porto-doelman Diogo Costa zich niet van zijn beste kant liet zien. Kort daarna verdubbelde Højlund de voorsprong na voorbereidend werk van Rashford, waarbij Costa opnieuw zwak ingreep.
Het leek een zorgeloze avond voor de ploeg van Ten Hag te worden, maar de Portugese tegenstander had andere plannen.
Porto vecht terug, defensieve problemen voor United
Vanaf de 27e minuut kantelde de wedstrijd compleet. Een fout van Noussair Mazraoui leidde tot een rebound waaruit Pepê scoorde. Vlak daarna klopte Samu Omorodion Matthijs de Ligt in de lucht om de gelijkmaker aan te tekenen. United’s defensieve problemen, die al langer spelen, kwamen opnieuw naar voren.
In de tweede helft maakte Omorodion zijn tweede doelpunt na opnieuw matig verdedigen van De Ligt, wat de 3-2 betekende voor Porto. Tot overmaat van ramp werd Bruno Fernandes tien minuten voor tijd van het veld gestuurd na een tweede gele kaart.
Toch wist Manchester United in blessuretijd nog gelijk te maken dankzij Maguire, die na een assist van Christian Eriksen de eindstand op 3-3 bepaalde.